Warmwalserij

Ongeveer een derde van de producten die we naar klanten verzenden, zijn warmgewalste producten. In onze warmwalserij, te Gent, worden de plakken van de continugieterij gewalst tot staalplaat met een einddikte tussen 1,25 en 13 mm.

Wat gebeurt hier?

De continugegoten plakken worden in het plakkenpark van de warmwalserij gesorteerd. Eventuele oppervlakfouten worden er verwijderd door middel van vlamtoortsen.

Voordat de plakken kunnen worden gewalst, moeten ze worden opgewarmd tot een temperatuur tussen 1.000 en 1.270 °C. Dat gebeurt in de opwarmovens van de warmwalserij.

Een plak die uit de oven komt, heeft een oxidehuid, die wordt verwijderd. Dat gebeurt in een oxidebreker, die elke plak aan de boven- en onderzijde afspuit met een waterstraal onder een druk van 120 bar.

Daarna wordt de plak in verschillende stappen gewalst. In de voorwalsgroep, die bestaat uit een omkeervoorwalstuig en een continuvoorwalstuig, wordt de dikte van de plak herleid tot ongeveer 3 cm.

In de eindwalsgroep wordt de einddikte bereikt. Voordat de plaat de eindwalsgroep in gaat, wordt ze nogmaals van haar oxidehuid ontdaan. De eindwalsgroep bestaat uit zeven opeenvolgende walstuigen. Elk walstuig maakt de staalplaat progressief dunner en langer. Zodra de plaat de walsgroep verlaat, worden de dikte, de breedte, het profiel, de vlakheid en de temperatuur van de plaat gemeten.

Voordat de plaat opgewikkeld wordt, wordt ze met waterstralen gekoeld tot de gewenste temperatuur. Zodra de plaat opgewikkeld is, wordt de staalrol van een bandijzer voorzien, wordt ze gewogen en krijgt ze een identificatienummer via een automatische markeermachine.

Een derde van de warmgewalste rollen is bestemd voor klanten en wordt verpakt en in het magazijn geplaatst. Twee derden van onze warmgewalste producten worden verder verwerkt in onze koudwalserij.